HK190606 151 Diede De Groot

De Groot: ‘Uiteindelijk zeg je dat je nummer één van de wereld bent'

In samenwerking met TENNiS Magazine plaatsen we elke vrijdag een gedeelte van een interview uit het magazine met een persoon uit de Nederlandse tenniswereld. Deze keer met ’s werelds beste rolstoeltennisster Diede de Groot.

Een Nederlandse nummer één van de wereld in het rolstoeltennis is eerder regel dan uitzondering. De afgelopen jaren wordt de oranje eer hooggehouden door Diede de Groot. De 22-jarige speelster sprak in TENNiS Magazine over haar uitzicht vanaf de troon, de magie van het bereiken van het hoogst haalbare en de bijbehorende worstelingen.

Hoe is het om de beste van de wereld te zijn?
‘Het is een gek gevoel. Allereerst is het heel mooi en ben ik er trots op, maar tegelijkertijd is het een beetje gek. Het is het doel waar je voor traint en naartoe werkt. Daar maak je al die uren voor. Dan ben je er ineens. Het heeft een poosje geduurd voordat ik het echt geloofde, maar ik heb er heel hard voor gewerkt. Ik verdien het. Dat ik mijn doel zo snel heb kunnen bereiken is heel mooi.’

Was het bereiken van de nummer één-positie net zo mooi als je het van tevoren had ingebeeld?
‘Ik had niet verwacht dat het verschil tussen nummer één proberen te worden en nummer één zijn zo groot zou zijn. Waar ik me voorheen vooral concentreerde op degene die boven mij stond en me bezighield met wat ik moest doen om die speelster in te halen. Ik had veel duidelijk doelen. Als je dan zelf aan de top staat merk je dat de rest naar jou kijkt en stapjes in jouw richting zet. Ik moest doelen gaan verzinnen voor mezelf, los van de ranking.’

 

Er zijn niet veel mensen die kunnen zeggen dat ze de beste van de wereld zijn in hun vakgebied. Hoe reageert de omgeving op jouw prestatie?
‘Het is best gek. In Nederland hebben we een beetje de cultuur van “doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg”. Ik word weleens gevraagd naar wat ik doe. Dan zeg ik dat ik tennis. De volgende vraag is dan of dat mijn beroep is. Uiteindelijk kom je op het punt dat je zegt dat je nummer één van de wereld bent. Dan schrikken mensen vaak en vragen ze waarom ze dat niet wisten en hoe het kan dat ik zo gewoon ben.’

Wat maakt jou beter dan de rest?
‘Ik denk dat ik redelijk allround ben en niet echt een zwak punt heb. Het maakt niet uit waar de tegenstander me aanvalt. Mijn service wordt steeds beter en ik kan redelijk retourneren. Ik ben snel, dus eigenlijk merk ik dat ik op alle vlakken gewoon goed scoor, waar andere tegenstanders misschien net een iets mindere forehand of return hebben of iets anders. Ik denk ook dat er nog veel winst te behalen is bij iedereen op het fysieke vlak. Ik zou het heel interessant vinden om de uitslagen te zien als iedereen dat aspect op orde heeft. Van mezelf weet ik dat ik weinig blessures heb. Ik raak niet vermoeid, ook als ik drie sets moet spelen en aansluitend een dubbel. Ik merk dat mijn lijf alles aankan. Dat geeft veel vertrouwen en een mentaal voordeel.’

Wat kan beter?
‘Ik kan nog veel constanter worden. Niet zomaar punten morsen. Niet zomaar dubbele fouten slaan. Niet zomaar een 3-0 voorsprong weggeven. Zulke dingen hoop ik de komende jaren echt te verbeteren.’

In het dagelijks leven loop je met een kunstbeen. Anderen zitten altijd in een rolstoel. Wat is gunstiger voor tennis?
‘Het werkt twee kanten op. Ik heb het voordeel dat ik volledige controle heb over mijn benen en romp. Anderen hebben geen controle over hun benen en kunnen daar geen kracht uit halen. Ik kan ook makkelijker werken in de gym en daar veel van dezelfde dingen doen als valide sporters. Tegelijkertijd zit ik niet altijd in die rolstoel en moet ik qua vaardigheden extra bijleren.’

Kan het bereiken van een doel als nummer één van de wereld worden ook een soort eindpunt zijn?
‘Een beetje wel. Maar ik ben nog redelijk jong en nieuw in het circuit. Ik voel dat er heel veel ruimte voor verbetering is, terwijl ik dat mooie “ééntje” al achter mijn naam heb staan.’

Wil je het hele interview lezen ga dan naar de site van TENNiS Magazine en kies voor een abonnement of los nummer.

Het interview met Diede de Groot staat in editie 6/7 van 2019.